De berging van Sterke Yerke
De dag na de stranding zaterdag 15 december 1979 kreeg de bemanning van de Bonairiaanse bevolking alle medewerking om het vlot te bergen. Het olieopslag bedrijf de BOPEC stelde de sleepboot de Chogogo beschikbaar voor de reddingsoperatie. Schipper Jonny Craane probeerde met zijn bemanning en enkele Bonairianen om het vlot van de rotsen op de kust van Washikemba te trekken. Al snel blijkt dat dit een hele klus is. Met gevaar voor eigen leven springt bootsma Soleano te water om de tros naar het vlot te brengen.
Reddingspoging Chogogo
De dikke tros wordt aan het vlot vast gebonden. Het vlot wordt even later van de rotsen getrokken. Als snel blijkt dat het vlot snel zinkt. De drijvers van het vlot zijn lek en het vlot zinkt vervolgens naar een diepte van ongeveer 60 meter op ongeveer 150 meter van de kust. De plaats waar het vlot op de bodem ligt wordt later gemarkeerd met een drijvende boei met de Friese vlag erop. Het vlot is verloren gegaan met alle dierbare spullen in de buizen. Het krijgt een zeemansgraf zo is de mening van iedereen.
De dikke tros wordt aan het vlot vast gebonden. Het vlot wordt even later van de rotsen getrokken. Als snel blijkt dat het vlot snel zinkt. De drijvers van het vlot zijn lek en het vlot zinkt vervolgens naar een diepte van ongeveer 60 meter op ongeveer 150 meter van de kust. De plaats waar het vlot op de bodem ligt wordt later gemarkeerd met een drijvende boei met de Friese vlag erop. Het vlot is verloren gegaan met alle dierbare spullen in de buizen. Het krijgt een zeemansgraf zo is de mening van iedereen.
Het is kerst 1979. Op Curaçao ligt een sleepboot van Smit Internationale aan de rede. De bemanningsleden hebben vrij af, maar horen van de stranding van de Sterke Yerke. Ze vatten het plan op om met hun sleepboot naar Bonaire te varen en om het vlot te bergen. Al snel blijkt na inspectie van de duikers dat het vlot niet zomaar te bergen is met een kabel. Ook wordt er vanuit Nederland door Bergingsbedrijf Van Seumeren gereageerd. Mede-directeur Jan van Seumeren komt met het plan om 6 meter lange luchtzakken met een doorsnede van 75 cm naar Bonaire te laten vliegen.
Jan van Seumeren vliegt zelf mee en leidt met de kapitein van de sleepboot het bergingsproject. De 6 luchtzakken worden naar het vlot gebracht en vastgebonden. Vanaf de sleepboot wordt er lucht in de zakken geblazen. Een heel experiment in deze onstuimige zee.
De zakken worden gevuld onder het toeziend oog van duikers. Maar al snel blijkt dat de gevulde zakken niet goed aan het vlot te bevestigen zijn. Ze schieten los en stijgen als gelanceerde raketten uit het water omhoog en worden op de scherpe kust lekgeslagen. Als laatste poging wordt nog een kabel aan het vlot bevestigd om de Yerke omhoog te trekken maar al snel blijkt dat de kabel te dun is en breekt.
Berging Captain Don
De Bonairianen zitten ook niet stil en een befaamd duiker Captain Don komt met het idee om het vlot te lichten met parachutes. Deze kunnen aan het vlot worden bevestigd en dan kan er lucht onder worden geblazen. De vier parachutes zullen het vlot dan lichten. Dit is een veel gebruikte methode bij duikers. Ze lichten hiermee bijvoorbeeld oude zware voorwerpen uit vergane schepen naar boven. Bijvoorbeeld kanonnen.
Een kleine sleepboot met aan boord duikers van het resort Captain Don en de parachutes varen naar de oostkust, naar de plek waar het vlot op de zandbodem ligt. Duikers inspecteren het vlot en brengen vanaf de wal luchtslangen naar de sleepboot. Op de rotskust staat een aggregaat die via de slangen de parachutes van lucht moeten voorzien.
Tijdens de inspectie van het vlot komt Captain Don zeer ongelukkig ten val op de sleepboot die 200 meter voor de kust op de woeste golven ligt te deinen. Hij breekt hierbij zijn enkel. De operatie wordt direct afgebroken. In het ziekenhuis blijkt dat de enkel gedeeltelijk verbrijzelt te zijn door de val. Jarenlange revalidatie volgt. Het vlot blijft op de bodem liggen en de bemanning en Bonairianen besluiten dat het vlot nu een zeemansgraf heeft gekregen.
.