HOE HET BEGON – 1974

STERKE YERKE I

Het verhaal begint op een vrijdagmiddag in het vroege voorjaar van 1974, in Sybs koffiebar, een café in de Doelesteeg in Leeuwarden. Zeven ex-schoolkameraden ontmoetten elkaar na enkele jaren weer en besloten onder het genot van een paar pilsjes elkaar niet meer uit het oog te verliezen. Ze brachten verschillende ideeën naar voren voor het gezamenlijke plezier, waaronder het bouwen van een echt groot vlot. Zo gezegd, zo gedaan. Enkele weken later begonnen de Friese jongemannen al met de bouw die plaatsvond op een braakliggend terrein aan de oever van de Potmarge, een riviertje dat door Leeuwarden loopt.

Het werd een vlot opgebouwd uit louter recycle materiaal en met een houten dek van 13 meter lang en 5 meter breed. 
Het drijfvermogen werd verkregen door 24 oliedrums, samengelast in 2 rijen van 12 drums. Het werd verder voorzien van 
2 grote zwaarden, 2 masten met daaraan afgedankte zeilen en een 30 pk buitenboordmotor.
 
Op 15 juni 1974 verliet het vlot de bouwplaats voor haar maidentrip naar Grouw. Na een voorspoedige reis werd het ‘officieel’ gedoopt met de naam ‘Sterke Yerke’. Enerzijds is Yerke het Friese woord voor woerd, ofwel mannetjeseend; anderzijds is het de bijnaam van een legendarische Friese boerenzoon. Hearke Tjerks Witteveen (1801-1890), beter bekend als Sterke Jerke, Sterke Hearke of de Hercules van Drogeham. Hij was arbeider en veldwachter. Een uitzonderlijk sterke, maar goedmoedige man. De nieuwe naam van het vlot voorspelde mooie tijden…
 
Na ruim een jaar de Friese wateren en de Waddenzee te hebben bevaren, wilden de bouwers van het vlot, de Sterke Yerke ook wel eens het ruime zoute water laten proeven. Friezen zijn tenslotte altijd al een zeevarend volk geweest en naar Engeland varen leek hen een mooie uitdaging. Dankzij de vele publiciteit en hulp van twee sponsors konden ze het vlot ‘zee klaar’ laten maken. Het werd o.a. voorzien van een radarreflector en een nieuwe achtermast, waardoor er bij vol zeil ongeveer 100 m2 zeil aan de mast kon hangen.
 
De Sterke Yerke verliet Friesland via het IJsselmeer en Amsterdam naar IJmuiden, vanwaar het op vrijdag 22 augustus 1975 vertrok voor zijn eerste zeereis, over de Noordzee naar Londen. Na 2 uur varen kreeg de bemanning de eerste tegenslag al te verwerken: de voormast zakte door het houten dek en de voorstag knapte. In de haven van Scheveningen werd het gehavende vlot in een dag opgelapt en vertrok het alsnog richting Engeland. Op zee bleek dat de Sterke helemaal zo sterk niet was. Toen iedereen hiervan overtuigd was, werd ‘s avonds besloten een einde te maken aan de oversteek naar Engeland. De mannen staken de tonnen lek, maar kregen de laatste resten niet stuk. Een sleper van de Havendienst voer 6 keer over het vlot heen, zodat het geen gevaar meer opleverde voor de scheepvaart.

HOE HET VERDER GING – 1976

 

STERKE YERKE II

In het voorjaar van 1976 is de groep kameraden opnieuw aan het bouwen geslagen. Op de jachtwerf van Rein Stapert in Leeuwarden werkten zij aan een verbeterde versie van de Sterke Yerke I. Dit vlot werd 12 meter lang en 5 meter breed, ook weer drijvend op lege oliedrums. Twee masten van 10 en 12 meter hielden de zeilen hoog.